Als je vlak bij een school woont, heb je een mooi beeld van de verschillende wijzen waarop kinderen, ouders en leerkrachten ’s morgens aankomen op school en ’s avonds weer huiswaarts keren. De auto is (jammer genoeg) nog steeds een regelmatig gekozen vervoermiddel, ook de schoolbus is duidelijk aanwezig, de fiets duikt (gelukkig) meer en meer op en te voet is voor zij die op een afstand van maximaal enkele honderden meters wonen.
Laat ons ons nu concentreren op zij die met de fiets komen, en bij extrapolatie ook naar het fietsgebruik in weekends en op vakantiedagen. De ouders doen alle mogelijke inspanningen om hun kinderen met de fiets te leren rijden, hoe aan te geven dat je naar links of rechts wil afslaan, welke verkeersregels moeten worden gevolgd enz. Zij ondersteunen, moedigen aan, tonen hoe het allemaal moet.
En toch mis ik altijd iets in de wijze waarop vele ouders en leerkrachten hun nobele taak vervullen. Het valt me vooral op dankzij het kleurrijke tafereel dat wordt gevormd door de vele kleurrijke ovaaltjes op de achtergrond van de bakstenen schoolmuren. In de meeste gevallen is het een bijzonder zicht: een kleurrijk stippentapijt dat zich aftekent op kinderhoogte, en hier en daar steekt een stip er bovenuit.
Is het een rare kronkel in de ouderlijke hersenen? We leren aan, doen voor, we willen het goede voorbeeld geven, maar toch…
We leren onze kinderen om, waarheen ze ook gaan, zonder kleerscheuren doorheen het hedendaagse drukke verkeer te navigeren, maar toch…
We smeken de meer rebelse om te doen wat ieder kind zou moeten doen, maar toch…
We beschermen en zorgen, maar toch…
Maar toch… hoe kunnen we verwachten dat onze kinderen ‘het goede voorbeeld’ volgen als…
Op een zekere morgen mis ik iemand in de bonte mengeling van kinderen, ouders en leerkrachten die aankomen aan de school. Even later lees ik mijn krant. Ik bekijk kort de overlijdensberichten … en toen wisten ik … en enkele van die kinderen waarom.
Ik word altijd zeer bezorgd als ik een fietsende ouder zie zonder een fietshelm op het verstand.
Frans Vos
Een bezorgde medemens