Leonardo Da Vinci deed de term “renaissancemens” alle eer aan: Ingenieuze constructies, een pionier wat betreft medische beeldvorming, schrijvend en filosoferend over religie en astrologie en, niet te vergeten, schilder van de oogverblinde Mona Lisa. Da Vinci was op vele vlakken een deskundige avant la lettre.
Tegenwoordig bestaat er geen Da Vinci meer, een mens die alle vraagstukken solitair kan oplossen. Samenwerking en kruisbestuiving tussen de vele vakdisciplines is onontbeerlijk om de dag van vandaag een bevredigend antwoord te vinden op de vele juridische, sociale, economische, medische en technologische vraagstukken die onze maatschappij rijk is. Het is dan ook vanzelfsprekend dat een advocaat zich, waar mogelijk en opportuun, laat bijstaan door deskundigen in andere vakgebieden. In het strafrecht worden artsen aangesteld om medische diagnoses te verrichten, in koophandel assisteren kunstexperts bij het taxeren van waardevolle voorwerpen en in het arbeidsrecht bepalen ingenieurs de oorzaak van een kettingbreuk die tot menselijk leed leidde. Het zijn slechts enkele voorbeelden van de vele redenen waarvoor een deskundige kan worden aangesteld. Maar maakt u eigenlijk wel zelf voldoende gebruik van een deskundige, iemand die u en uw cliënt op technisch vlak ondersteunt? Een voorbeeld …
Zou het voor u denkbaar zijn dat u zelf, in uw hoedanigheid van advocaat, een vliegtuig à la Da Vinci gaat ontwerpen of de technische oorzaak van een fatale breuk gaat analyseren? Nochtans gebeurt het elke dag dat advocaten met gerechtsdeskundigen in discussie treden zonder zelf een vorming in het vakgebied van de deskundige te hebben genoten. Is het verstandig een dergelijke toren van Babylon na te streven? Het spreken van dezelfde taal is een noodzakelijke voorwaarde om elkaar correct, duidelijk en eenduidig te verstaan. Een arts-gerechtsdeskundige en een advocaat kunnen niet en zouden dus ook niet mogen met elkaar discussiëren over de medische toestand van een patiënt, ook al heeft die patiënt een advocaat ingehuurd om zijn rechten als bv. verzekerde te verdedigen; het stellen van vragen van een door u en uw cliënt aangestelde arts is daarin dan ook een logische keuze. Voorgaande lijkt u vermoedelijk evident, maar maakt u die reflex in alle louter technische materies die dagelijks uw pad doorkruisen? Helaas wijst de praktijk uit van niet en zijn er nog al te veel torens van Babylon die de gerechtelijke skyline beheersen.
Een ontwarde taalknoop is echter niet het enige voordeel van het inzetten van een partijdeskundige. Uw winst? Dankzij het opheffen van de taalbarrière zal u efficiënt en met recht van spreken kunnen werken. Efficiëntie in tijd en in technische onderbouwing van uw dossier, een verweer gebaseerd op een evenwaardig niveau t.a.v. de gerechtsdeskundige en het blijvend respect van uw cliënt omdat u ook op technisch vlak alles hebt gedaan om zijn rechten te vrijwaren, dat is het totaalpakket voordelen dat u en uw cliënt zullen winnen.
Is een partijdeskundige dan enkel zinvol als een eventuele bevestiging of een tegengewicht ten opzichte van de gerechtsdeskundige? Integendeel. Ideaal zou zelfs zijn dat een deskundige in alle stadia van het dossier wordt betrokken. Welke technische argumenten kunnen worden aangehaald in functie van het opstellen van een eis of verweer? Wat is de inhoud, betekenis, relevantie en technische bewijskracht van de teksten uit de vakliteratuur waarmee de tegenpartij u bestookt? Welke technische argumenten kunnen dienstig zijn in functie van bemiddeling? Hebt u een antwoord op alle technische vragen en argumentatie van uw cliënt en zijn opponent?
Als technisch deskundige ga ik me niet inlaten met juridische en procedurele zaken; dat is de taak van u als advocaat. En u? Beseft u voldoende dat u de toren van Babylon in stand helpt houden als u zonder partijdeskundige met bv. een gerechtsdeskundige in confrontatie gaat, of nog erger … dat u daarmee eigenlijk bij de duivel te biechten gaat?
Dr. ir. Frans Vos, Materiaalkundig expert
Voorgaand artikel werd opgenomen in het Balie Leuven magazine van januari 2010.